top of page
  • Foto van schrijverVicky Hoogmartens

Eerste hulp bij hulpwerkwoorden

Mag ik je vragen om dit stuk over hulpwerkwoorden te willen lezen? Nee?! Nu ja. Lees het toch maar. Ik vroeg niet echt om toestemming. Ik gebruikte ‘mag’ en ‘willen’ om beleefd te zijn. Helaas, vaak roep je zo net weerstand op. Want hulpwerkwoorden maken een zin lang, saai en onnodig onderdanig. Ze suggereren onzekerheid en zaaien twijfel.

 

Wil je je lezers bij de kladden pakken? Wil je ze overtuigen? Moeten ze iets doen? Schrap dan die hinderlijke hulpwerkwoorden. Dat verandert zelden iets aan de essentie van je boodschap.

In deze blog vertel ik wat dat zijn, hulpwerkwoorden. Waarom irriteren ze? En wat doe je eraan?



Hulpwerkwoorden zorgen voor nuance

Hulpwerkwoorden helpen het hoofdwerkwoord. Ze voegen betekenis toe aan de actie. Denk aan: mogen, willen, moeten, kunnen, zullen, hoeven, gaan …

 

Hulpwerkwoorden van tijd zeggen iets over wanneer iets gebeurt.

  • Ik heb het gisteren verteld.

  • Ik zal het je morgen vertellen.

 

Modale hulpwerkwoorden zeggen iets over je houding tegenover de actie. Bijvoorbeeld of die gewenst, verplicht of mogelijk is.            

  • Wil je met me dansen?

  • Je moet me bellen.

  • Je kan er meer over lezen op deze website.

 

Hulpwerkwoorden hebben dus nut. Ze nuanceren je boodschap. In gesproken taal gebruiken we ze spontaan en zijn ze ook efficiënt. “Zou je mijn tekst even willen lezen?” klinkt mondeling een stuk vriendelijker dan: “Lees mijn tekst.”  En met vriendelijkheid bereik je doorgaans meer.


man neemt helpende hand vast tijdens rotsklimmen

Hulpwerkwoorden zorgen ook voor irritatie

Maar hulpwerkwoorden helpen lang niet altijd. Ze klinken vaak klef en zorgen voor jeuk als je er te veel van hebt. Vooral in geschreven teksten zijn ze vaak overbodig. Hoe zit dat?


Je zin wordt onnodig lang en complex.

Hulpwerkwoorden staan vooraan in de zin. Terwijl het échte werkwoord, het werkwoord dat de actie uitdrukt, achteraan verstopt zit. Daartussen staat allerlei andere info. Waar het om gaat, komt dus helemaal aan het einde van je boodschap. Bizar, toch? Het maakt een zin onnodig lang en formeel. En voor mensen die het moeilijk hebben met lezen is dat weer een extra hindernis.

 

Zet je het werkwoord dat de actie uitdrukt vooraan? Dan is het meteen duidelijk wat je wil.

Mag ik u vragen om dit formulier te willen invullen.

= Vul het formulier in.

 

Vind je een bevel te hard of te direct? Voeg dan een simpel ‘alsjeblieft’ toe. Of maak er een vraag van.

Vul het formulier in, alsjeblieft.

Vul je het formulier in?

  

Geef toe. In plaats van onderdanig, stroef en saai klinkt je tekst direct en actief. En je hebt je formulier meteen terug.

 

Schrap waar het kan ook ‘zullen’ en ‘gaan’. In het Nederlands gebruiken we de tegenwoordige tijd namelijk ook om over de toekomst te speken.

We zullen de exacte data tijdig meedelen.

= We delen de exacte data op tijd mee.


Voeg je nog een concrete datum toe? Of een bijwoord van tijd, zoals morgen? Dan is je boodschap helemaal duidelijk.


De nuance is vaak subtiel.

Soms hangt de nuance af van de context. “Je moet me bellen”, kan een suggestie zijn of een bevel. “Hierdoor kan u heel wat geld besparen”, suggereert dat het ook niét zo kan zijn. “U bespaart heel wat geld”, is veel minder dubbelzinnig.


Je zou de zaal een maand vooraf moeten reserveren.       

= Reserveer de zaal een maand vooraf.

De eerste zin laat in het midden of je verzoek vrijblijvend is, of noodzakelijk. Modale werkwoorden hebben de neiging om twijfel te zaaien. En dat wil je niet.


Je boodschap verliest aan kracht.

Gebruik je veel modale hulpwerkwoorden? Dan kom je dus overdreven beleefd over. En je zin wordt omslachtig, waardoor je net minder bereikt. Modale hulpwerkwoorden zwakken vaak je boodschap af in plaats van betekenis toe te voegen.


Mocht u akkoord gaan met ons voorstel, dan ..      

= Gaat u akkoord met ons voorstel? Dan ...

                                                                                             

Ik zou me graag kandidaat willen stellen voor ...    

= Ik stel me kandidaat voor ...


een tiental mensen dansen op een trouwfeest in een tent

Zeg gewoon wat je te zeggen hebt

Zin gekregen om hulpwerkwoorden te schrappen? Ga je gang! Doorzoek je tekst, bijvoorbeeld met de zoekfunctie. Kom je een hulpwerkwoord tegen? En is het niet noodzakelijk? Schrappen! Je hebt ze niet nodig. Integendeel. Overbodige hulpwerkwoorden verknallen je tekst.

 

Kan je ze altijd schrappen? Nee. Soms zou je de betekenis veranderen. Zoals in: “Ik kan niet dansen.” Dat betekent dat de vaardigheid ontbreekt. “Ik kan niet dansen”, is niet hetzelfde als: “Ik dans niet.” Gelukkig maar!

196 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page